Betekenis van:
front

front
Zelfstandig naamwoord
  • organisatie
  • a group of people with a common ideology who try together to achieve certain general goals
"he led the national liberation front"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

front
Zelfstandig naamwoord
  • façade v.e. gebouw
  • the side that is seen or that goes first

Hyperoniemen

Hyponiemen

front
Zelfstandig naamwoord
  • meteorologisch
  • (meteorology) the atmospheric phenomenon created at the boundary between two different air masses

Hyperoniemen

Hyponiemen

front
Zelfstandig naamwoord
  • plaats waar de strijd wordt geleverd; plaats waar de strijd wordt geleverd
  • the line along which opposing armies face each other

Synoniemen

Hyperoniemen

front
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die een ander zijn naam leent; iemand die een ander zijn naam leent
  • a person used as a cover for some questionable activity

Synoniemen

Hyperoniemen

front
Zelfstandig naamwoord
  • belangrijkste of zichtbare kant; voorzijde v.e. voorwerp; belangrijkste of zichtbare kant
  • the side that is forward or prominent

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

front
Zelfstandig naamwoord
    • the part of something that is nearest to the normal viewer
    "he walked to the front of the stage"

    Hyperoniemen

    front
    Zelfstandig naamwoord
      • the immediate proximity of someone or something
      "he was well behaved in front of company"

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      front
      Zelfstandig naamwoord
        • the outward appearance of a person
        "he put up a bold front"

        Hyperoniemen

        front
        Zelfstandig naamwoord
          • a sphere of activity involving effort
          "the Japanese were active last week on the diplomatic front"
          "they advertise on many different fronts"

          Hyperoniemen

          front
          Zelfstandig naamwoord
          • voorpand
          • the side that is seen or that goes first

          Hyperoniemen

          Hyponiemen

          front
          Zelfstandig naamwoord
          • kopzijde
          • (meteorology) the atmospheric phenomenon created at the boundary between two different air masses

          Hyperoniemen

          Hyponiemen

          front
          Zelfstandig naamwoord
          • stroman
          • the side that is seen or that goes first

          Hyperoniemen

          Hyponiemen

          front
          Zelfstandig naamwoord
          • schouwburgzaal
          • the side that is seen or that goes first

          Hyperoniemen

          Hyponiemen

          front
          Zelfstandig naamwoord
          • voorstuk
          • the side that is forward or prominent

          Synoniemen

          Hyperoniemen

          Hyponiemen

          front
          Bijvoeglijk naamwoord
            • relating to or located in the front
            "the front lines"
            "the front porch"
            to front
            Werkwoord
              • be oriented in a certain direction, often with respect to another reference point; be opposite to

              Synoniemen

              Hyperoniemen

              Hyponiemen

              to front
              Werkwoord
                • confront bodily

                Synoniemen

                Hyperoniemen


                Voorbeeldzinnen

                1. Tom is in front.
                2. It's the front gate.
                3. What's out front?
                4. Watch the front.
                5. I locked the front door.
                6. Someone's at the front door.
                7. The front door was open.
                8. Tom unlocked the front gate.
                9. Please fill up the front.
                10. Look in front of you.
                11. A chauffeur sat in front.
                12. The front door won't open.
                13. Tom unlocked the front door.
                14. My front tooth fell out.
                15. The front brakes don't work.