Betekenis van:
half-baked

half-baked
Bijvoeglijk naamwoord
  • zot zijn
  • foolish; totally unsound
"half-baked ideas"

Synoniemen

Hyperoniemen

half-baked
Bijvoeglijk naamwoord
  • krankzinnig; knettergek; stapelgek
  • foolish; totally unsound
"half-baked ideas"

Synoniemen

Hyperoniemen

half-baked
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet goed gaar
  • insufficiently cooked

Synoniemen

Hyperoniemen

half-baked
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet bekwaam; gebrekkig; onbekwaam; gehandicapt
  • insufficiently cooked

Synoniemen

Hyperoniemen

half-baked
Bijvoeglijk naamwoord
  • doorbloed
  • insufficiently cooked

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Don't do a half-baked job.
  2. This sweet potato is only half-baked and is still crunchy.
  3. One of the characters in the novel dreams up a half-baked plan for robbing a bank.