Betekenis van:
prim
prim
Bijvoeglijk naamwoord
- geneigd tot aanstellen; bezadigd
- speaking or behaving in an artificial way to make an impression
Synoniemen
Hyperoniemen
prim
Bijvoeglijk naamwoord
- onecht; gemaakt; onwettig
- lacking spontaneity; not natural
Synoniemen
Hyperoniemen
prim
Bijvoeglijk naamwoord
- gemaakt, gekunsteld
- lacking spontaneity; not natural
Synoniemen
prim
Bijvoeglijk naamwoord
- heel erg degelijk
- exaggeratedly proper
Synoniemen
- priggish
- prissy
- prudish
- puritanical
- square-toed
- straight-laced
- straightlaced
- strait-laced
- straitlaced
- tight-laced
- victorian
- proper
Hyperoniemen
prim
Bijvoeglijk naamwoord
- verlegen over seks
- exaggeratedly proper
Synoniemen
- priggish
- prissy
- prudish
- puritanical
- square-toed
- straight-laced
- straightlaced
- strait-laced
- straitlaced
- tight-laced
- victorian
- proper
Hyperoniemen
prim
Bijvoeglijk naamwoord
- schijnheilig; huichelachtig; hypocriet
- lacking spontaneity; not natural
Synoniemen
Hyperoniemen
prim
Bijvoeglijk naamwoord
- onnatuurlijk, gewild, gewrongen, opgesmukt, spastisch
- lacking spontaneity; not natural
Synoniemen
Hyperoniemen
prim
Bijvoeglijk naamwoord
- onecht, gekunsteld, gemaakt, gewrongen
- lacking spontaneity; not natural
Synoniemen
prim
Bijvoeglijk naamwoord
- affectedly dainty or refined