Betekenis van:
sleek

sleek
Bijvoeglijk naamwoord
  • bijzonder zacht
  • having a smooth, gleaming surface reflecting light
"sleek black fur"

Synoniemen

Hyperoniemen

sleek
Bijvoeglijk naamwoord
  • zoals zijde
  • having a smooth, gleaming surface reflecting light
"sleek black fur"

Synoniemen

sleek
Bijvoeglijk naamwoord
  • overdreven lief
  • having a smooth, gleaming surface reflecting light
"sleek black fur"

Synoniemen

Hyperoniemen

sleek
Bijvoeglijk naamwoord
  • (als) van satijn
  • having a smooth, gleaming surface reflecting light
"sleek black fur"

Synoniemen

sleek
Bijvoeglijk naamwoord
  • (als) van zijde; slap
  • having a smooth, gleaming surface reflecting light
"sleek black fur"

Synoniemen

sleek
Bijvoeglijk naamwoord
    • well-groomed and neatly tailored; especially too well-groomed
    "sleek figures in expensive clothes"
    sleek
    Bijvoeglijk naamwoord
    • zijden
    • having a smooth, gleaming surface reflecting light
    "sleek black fur"

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    sleek
    Bijvoeglijk naamwoord
    • satijnachtig, gesatineerd
    • having a smooth, gleaming surface reflecting light
    "sleek black fur"

    Synoniemen

    sleek
    Bijvoeglijk naamwoord
      • designed or arranged to offer the least resistant to fluid flow

      Synoniemen

      to sleek
      Werkwoord
        • make slick or smooth

        Synoniemen

        Hyperoniemen


        Voorbeeldzinnen

        1. I hear she's a sleek bit of mink.
        2. The average Westerner, in his sleek complacency, will see in the tea ceremony but another instance of the thousand and one oddities which constitute the quaintness and childishness of the East to him.