Betekenis van:
tart

tart
Zelfstandig naamwoord
  • taart met vruchten erin/erop
  • a small open pie with a fruit filling

Hyperoniemen

Hyponiemen

tart
Zelfstandig naamwoord
  • luchtig, meestal rond gebak, gewoonlijk met slagroom of vruchten erop
  • a small open pie with a fruit filling

Hyperoniemen

Hyponiemen

tart
Zelfstandig naamwoord
  • vrouw die tegen betaling seksuele handelingen verricht
  • a woman who engages in sexual intercourse for money

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

tart
Zelfstandig naamwoord
    • a pastry cup with a filling of fruit or custard and no top crust

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    tart
    Zelfstandig naamwoord
    • hoerenmadam
    • a woman who engages in sexual intercourse for money

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    tart
    Bijvoeglijk naamwoord
    • wrang; zachtzuur
    • being sour to the taste

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    tart
    Bijvoeglijk naamwoord
      • harsh
      "a tart remark"

      Synoniemen

      tart
      Bijvoeglijk naamwoord
      • astringent, adstringerend, samentrekkend, wrang
      • tending to draw together or constrict soft organic tissue

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      tart
      Bijvoeglijk naamwoord
        • tasting sour like a lemon

        Synoniemen


        Voorbeeldzinnen

        1. This plum tart is to be made with shortening.
        2. To make a tart, you need eggs, butter and sugar.
        3. After I pick some blueberries, I make a tart.
        4. The taste of the product is sweet, slightly acerbic, tart, aromatic, and slightly spicy.
        5. The taste of the product is sweet, slightly acerbic, tart, aromatic, and slightly spicy. The product is intended for direct consumption as a beverage.