Betekenis van:
sharp

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • sterk hellend
  • extremely steep
"a sharp drop"

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • degelijk; grondig; diepgaand; goed doordacht
  • having or demonstrating ability to recognize or draw fine distinctions
"as sharp and incisive as the stroke of a fang"

Synoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • getuigend van diep nadenken
  • having or demonstrating ability to recognize or draw fine distinctions
"as sharp and incisive as the stroke of a fang"

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • ver binnengaand in
  • having or emitting a high-pitched and sharp tone or tones

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • doordringend; penetrant
  • having or emitting a high-pitched and sharp tone or tones

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • onaangenaam fel
  • having or emitting a high-pitched and sharp tone or tones

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • schril; hoog en doordringend van klank
  • having or emitting a high-pitched and sharp tone or tones

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • vervuld van een krachtig en volhardend streven om een doel te bereiken
  • mentally perceptive and responsive

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • snel van gedachten, van begrip of daarvan blijk geven
  • (British informal) not to be deceived or hoodwinked

Synoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • ad rem
  • moving quickly and lightly

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • kortaf en scherp
  • marked by or arising from malice

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • listig, doortrapt
  • marked by skill in deception

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • schrander; helder van geest; pienter; snedig; snel van geest; scherpzinnig
  • marked by practical hardheaded intelligence

Synoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • gretig; met veel zin; begerig; begerig; tuk; hevig verlangend
  • devouring or craving food in great quantities

Synoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • verstand hebbend, zijn verstand goed gebruikend
  • how a result is obtained or an end is achieved

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • oplettend; bijdehand; met vuur bewerken van iets; zich gespannen toeleggend op
  • (meat) cooked by dry heat in an oven

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • met dorst
  • devouring or craving food in great quantities

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • pittig
  • mentally perceptive and responsive

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • ad rem; paraat
  • moving quickly and lightly

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • een diepe indruk achterlatend; dringend
  • impelled by physical force especially against resistance

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
  • pienter
  • moving quickly and lightly

Synoniemen

Hyperoniemen

sharp
Bijvoeglijk naamwoord
    • very sudden and in great amount or degree
    "a sharp drop in the stock market"
    sharp
    Bijvoeglijk naamwoord
      • quick and forceful
      "a sharp blow"
      sharp
      Bijvoeglijk naamwoord
        • harsh
        "sharp criticism"
        "a sharp-worded exchange"

        Synoniemen

        sharp
        Bijvoeglijk naamwoord
          • keenly and painfully felt; as if caused by a sharp edge or point
          "a sharp pain"
          "sharp winds"
          sharp
          Bijvoeglijk naamwoord
            • having or made by a thin edge or sharp point; suitable for cutting or piercing
            "a sharp knife"
            "a pencil with a sharp point"
            sharp
            Bijvoeglijk naamwoord
              • (of a musical note) raised in pitch by one chromatic semitone
              "C sharp"
              sharp
              Bijvoeglijk naamwoord
              • verdragend, bijtend, doordringend, fel, guur
              • having or demonstrating ability to recognize or draw fine distinctions
              "as sharp and incisive as the stroke of a fang"

              Synoniemen

              Hyperoniemen

              sharp
              Bijvoeglijk naamwoord
                • (of something seen or heard) clearly defined
                "a sharp photographic image"
                "the sharp crack of a twig"

                Synoniemen

                sharp
                Bijvoeglijk naamwoord
                  • having or demonstrating ability to recognize or draw fine distinctions
                  "as sharp and incisive as the stroke of a fang"

                  Synoniemen

                  sharp
                  Bijvoeglijk naamwoord
                    • ending in a sharp point

                    Synoniemen

                    sharp
                    Bijvoeglijk naamwoord
                    • bevattelijk, bijtend, doordringend, fel, guur
                    • full or promise

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    sharp
                    Bijvoeglijk naamwoord
                    • belust, bijtend, doordringend, fel, guur
                    • being out or having grown cold

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    sharp
                    Zelfstandig naamwoord
                    • bepaald muziekteken
                    • a musical notation indicating one half step higher than the note named

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    sharp
                    Zelfstandig naamwoord
                    • diësis
                    • a musical notation indicating one half step higher than the note named

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    sharp
                    Zelfstandig naamwoord
                    • zoetzuur
                    • a long thin sewing needle with a sharp point

                    Hyperoniemen

                    sharp
                    Bijwoord
                      • changing suddenly in direction and degree
                      "the road twists sharply after the light"
                      "turn sharp left here"

                      Synoniemen

                      sharp
                      Bijwoord
                      • accuraat, nauwgezet, precies
                      • in a precise manner

                      Synoniemen


                      Voorbeeldzinnen

                      1. You're sharp.
                      2. Stay sharp.
                      3. Look sharp!
                      4. Baby teeth are sharp.
                      5. Crocodiles have sharp teeth.
                      6. Mayuko has sharp eyes.
                      7. He is sharp-witted.
                      8. You are sharp.
                      9. Animals have sharp teeth.
                      10. He turned sharp left.
                      11. It's ten o'clock sharp.
                      12. The knife isn't sharp.
                      13. Birds have sharp vision.
                      14. You're very sharp.
                      15. He has sharp hearing.