Betekenis van:
alert

alert
Bijvoeglijk naamwoord
  • waakzaam
  • mentally perceptive and responsive
"an alert mind"
"alert to the problems"

Synoniemen

Hyperoniemen

alert
Bijvoeglijk naamwoord
  • uitgeslapen
  • mentally perceptive and responsive
"an alert mind"
"alert to the problems"

Synoniemen

Hyperoniemen

alert
Bijvoeglijk naamwoord
  • pittig
  • mentally perceptive and responsive
"an alert mind"
"alert to the problems"

Synoniemen

Hyperoniemen

alert
Bijvoeglijk naamwoord
  • vervuld van een krachtig en volhardend streven om een doel te bereiken
  • mentally perceptive and responsive
"an alert mind"
"alert to the problems"

Synoniemen

Hyperoniemen

alert
Bijvoeglijk naamwoord
  • met een snelle uitwerking
  • quick and energetic

Synoniemen

Hyperoniemen

alert
Bijvoeglijk naamwoord
  • alert
  • mentally perceptive and responsive
"an alert mind"
"alert to the problems"

Synoniemen

Hyperoniemen

alert
Bijvoeglijk naamwoord
    • engaged in or accustomed to close observation
    "caught by a couple of alert cops"
    "alert enough to spot the opportunity when it came"

    Synoniemen

    alert
    Zelfstandig naamwoord
    • toestand waarin alle mogelijke maatregelen zijn genomen tegen dreigend gevaar
    • condition of heightened watchfulness or preparation for action
    "bombers were put on alert during the crisis"

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    alert
    Zelfstandig naamwoord
    • waarschuwingssignaal bij luchtaanvallen
    • condition of heightened watchfulness or preparation for action
    "bombers were put on alert during the crisis"

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    alert
    Zelfstandig naamwoord
    • alarmtoestand
    • an automatic signal (usually a sound) warning of danger

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    alert
    Zelfstandig naamwoord
    • waarschuwing tegen direct gevaar
    • an automatic signal (usually a sound) warning of danger

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    alert
    Zelfstandig naamwoord
    • bewustmaking
    • a warning serves to make you more alert to danger

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    alert
    Zelfstandig naamwoord
    • waarschuwingstoon
    • an automatic signal (usually a sound) warning of danger

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    alert
    Zelfstandig naamwoord
    • alarm
    • an automatic signal (usually a sound) warning of danger

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    alert
    Zelfstandig naamwoord
    • waarschuwingssignaal, waarschuwingssein
    • an automatic signal (usually a sound) warning of danger

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to alert
    Werkwoord
    • waarschuwen tegen
    • warn or arouse to a sense of danger or call to a state of preparedness
    "We alerted the new neighbors to the high rate of burglaries"

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    to alert
    Werkwoord
    • beknellen, benauwen, nijpen, vreten, drukken
    • warn or arouse to a sense of danger or call to a state of preparedness
    "We alerted the new neighbors to the high rate of burglaries"

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen


    Voorbeeldzinnen

    1. Look alert.
    2. Stay alert.
    3. Red alert!
    4. Tom's alert.
    5. I'll alert Tom.
    6. Everyone was alert.
    7. Just keep alert.
    8. Tom will alert Mary.
    9. The tsunami alert was cancelled.
    10. Cobras are always very alert.
    11. 500 policemen were put on strict alert.
    12. We must be alert to dangers.
    13. The soldiers were on the alert.
    14. The alert witness recognized the criminal.
    15. You should be alert to the possible dangers.