Betekenis van:
aantreffen

aantreffen
Werkwoord
  • iemand onverwacht tegenkomen; tegenkomen; treffen; toevallig tegenkomen
"iemand aantreffen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

aantreffen
Werkwoord
  • ontmoeten, vinden
"Hij werd daar verward, maar ongedeerd aangetroffen."

Voorbeeldzinnen

  1. Aantreffen van kwetsbare mariene ecosystemen
  2. het al dan niet aantreffen van het product;
  3. het aantreffen in de handel van het product waarvan kennisgeving is gedaan, of
  4. aantreffen van een VME”: het aantreffen door een vaartuig van VME-indicatororganismen in een vangst, per uitzetting, boven de drempel van 100 kg levend koraal en/of 1000 kg levende sponzen;
  5. aantreffen van de gesignaleerde persoon of van het gesignaleerde voertuig, vaartuig of luchtvaartuig of de gesignaleerde container;
  6. Er wordt een reactie verstuurd wanneer nationale autoriteiten het product waarvan kennisgeving is gedaan op de markt of aan de buitengrenzen aantreffen.
  7. In reactie op het aantreffen van deze hoge gehalten aan PCP en dioxinen heeft de Commissie van 5 tot en met 11 oktober 2007 een urgent inspectiebezoek aan India uitgevoerd.
  8. Als gevolg van het aantreffen van Anoplophora chinensis (Forster) op verschillende waardplanten in Nederland zijn de Commissie en de andere lidstaten op 21 januari 2008 in kennis gesteld van de maatregelen om dat organisme in Nederland uit te roeien.
  9. Daarom behoort het tot de standaardcontroleprocedure dat met controle belaste ambtenaren elk voertuig mogen controleren dat zij ter plaatse in de onderneming aantreffen en alle tests of activiteiten mogen uitvoeren die zij nodig achten, voor zover zij de vertragingen voor bestuurders en voertuigen tot een minimum beperken.
  10. De signalerende lidstaat kan op initiatief van de aangezochte lidstaat op de hoogte worden gesteld van het aantreffen en de weigering van toegang tot, dan wel de verwijdering van het Schengengrondgebied van een krachtens artikel 96 gesignaleerde onderdaan van een derde land.