Betekenis van:
afgesloten

afgesloten
Bijvoeglijk naamwoord
  • in afzondering levend; niet geopend; niet open; dicht

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De stad werd afgesloten en vergrendeld.
  2. Afgesloten ruimten
  3. Een opslaglocatie wordt afgesloten:
  4. Afgesloten animalarium [9]
  5. luchtdicht (d.w.z. hermetisch afgesloten);
  6. Afgesloten [1] laboratoriumcomplex
  7. beveiligde en afgesloten deuren;
  8. luchtdicht (d.w.z. hermetisch afgesloten);
  9. sterilisatie in hermetisch afgesloten recipiënten,
  10. Indicator voor nieuw afgesloten contracten
  11. de meest recentelijk afgesloten verslagperiode,
  12. Nieuw afgesloten leningen aan huishoudens
  13. Boekjaar afgesloten per 31 december
  14. Dit onderzoek is nog niet afgesloten.
  15. de eindbehandeling van de afgesloten splijtstof controleert.