Betekenis van:
gesloten

gesloten
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet openhartig
"zo gesloten als het graf"
"een gesloten gezicht"

Synoniemen

Hyperoniemen

gesloten
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder tussenruimte
"(in) gesloten formatie"
"een gesloten rij"

Hyperoniemen

gesloten
Bijvoeglijk naamwoord
  • in afzondering levend; niet geopend; niet open; dicht
"een gesloten deur"
"gesloten bewaargeving"

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De zaak wordt gesloten.
  2. De deur is gesloten.
  3. De luchthaven is gesloten.
  4. Ik heb alle zes de vensters gesloten.
  5. Hij stond daar met gesloten ogen.
  6. Hij klopte op de gesloten deur.
  7. De deur was van buitenaf gesloten.
  8. In de straat waren de meeste winkels gesloten.
  9. Daar hij moe was, zat hij in de sofa met gesloten ogen.
  10. Op dit moment is de redactie gesloten.
  11. Het is niet mogelijk vanmiddag de boodschappen te doen omdat de winkels gesloten zijn.
  12. Gesloten gebieden
  13. geheel gesloten;
  14. Gesloten drogeladingschip
  15. Gesloten drogeladingschip