Betekenis van:
afleggen
afleggen
Werkwoord
- van iets afnemen en het elders neerleggen
"iets van (een stoel) afleggen"
Hyperoniemen
afleggen
Werkwoord
- afstand overbruggen
"Ik moest tien kilometer afleggen om thuis te komen."
afleggen
Werkwoord
- ''~ tegen'': verliezen van
"Frankrijk legde het af tegen Nederland tijdens de voetbalwedstrijd."
afleggen
Werkwoord
- doen, volbrengen
"een examen afleggen"
afleggen
Werkwoord
- kapotgaan; uitgeput raken
"het afleggen tegen iemand"
"het afleggen"
Synoniemen
Hyperoniemen
afleggen
Werkwoord
- het voorbereiden van de overledene(n) op de begrafenis
afleggen
Werkwoord
- van het lichaam doen