Betekenis van:
afstand

afstand
Zelfstandig naamwoord
  • de ruimte die zich ergens tussen bevindt
"Van hier naar de noordpool is een behoorlijke afstand."
afstand (de ~ | meervoud afstanden)
Zelfstandig naamwoord
  • ruimte tussen twee dingen; afstand; afstand
"een afstand afleggen"
"afstand nemen van [iets]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

afstand
Zelfstandig naamwoord
  • het afstand doen v.h. koningschap; troonsafstand

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Dat is een ongelofelijke afstand, nietwaar?
  2. Laat meer afstand tussen de regels.
  3. Blijf op afstand, niet ingewijden
  4. Gezien vanaf een afstand, ziet de rots eruit als een gehurkte menselijke figuur.
  5. Van afstand bezien is alles mooi
  6. Jouw intelligentie is precies zo groot als de afstand tussen Bombay en Mumbai.
  7. Ik haat het onbeschaafde gepeupel en houd het op een afstand
  8. Afstand
  9. Afstand
  10. AFSTAND
  11. Afstand aerosol
  12. afstand [km] = orthodromische afstand [km] + 95 km
  13. [Afstand en beperking]
  14. Probleem 05 — Afstand
  15. Afstand van vorderingen