Betekenis van:
				
					hoogte					
				
			
            hoogte (de ~ | meervoud hoogten, hoogtes)
Zelfstandig naamwoord
- afstand van een hoger gelegen punt tot een daar beneden gelegen punt of vlak
 
"uit de hoogte doen"
"iemand in de hoogte steken"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
hoogte
Zelfstandig naamwoord
- de mate waarin iets hoog is
 
"Denver ligt op een hoogte van 1600 meter."
hoogte (de ~ | meervoud hoogten, hoogtes)
Zelfstandig naamwoord
- vermogen om te denken en te begrijpen
 
"ergens geen hoogte van krijgen"
"geen hoogte van iemand krijgen"
Synoniemen
Hyperoniemen
hoogte (de ~ | meervoud hoogten, hoogtes)
Zelfstandig naamwoord
- mate waarin iets groot is
 
"er wordt nog gepraat over hoogte en duur van de uitkeringen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
hoogte
Zelfstandig naamwoord
- een verheffing van de aardkorst
 
hoogte
Zelfstandig naamwoord
- hoogte van de tonen
 
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Blijf mij op de hoogte houden.
 - Waarom was ik hier niet van op de hoogte?
 - Tot op zekere hoogte hebben we er allemaal last van.
 - Ik ben tevreden met mijn leven aan de universiteit tot op zekere hoogte.
 - Lees elke dag de krant, want anders bent u niet op de hoogte van het laatste nieuws.
 - Hoogte
 - hoogte
 - Hoogte:
 - Hoogte
 - (Hoogte)
 - Hoogte ingang
 - Totale hoogte
 - Hoogte (elevation)
 - hoogte letters:
 - Totale hoogte