Betekenis van:
agglomeratie

agglomeratie (de ~ | meervoud agglomeraties)
Zelfstandig naamwoord
  • complex van steden en voorsteden
"een stedelijke agglomeratie"
"de Brusselse agglomeratie"

Hyperoniemen

agglomeratie (de ~ | meervoud agglomeraties)
Zelfstandig naamwoord
  • het zich opeenhopen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Bevolking van de agglomeratie of zone
  2. Bevolking van de agglomeratie of zone
  3. Elke zone en agglomeratie wordt op basis van deze beoordelingsdrempels ingedeeld.
  4. Gelieve aan te geven of het een agglomeratie (code: „ag”) betreft of niet (code: „nonag”).
  5. waar bevolking, kwetsbare gewassen of natuurlijke ecosystemen aan de buitenrand van een agglomeratie aan hoge ozonniveaus worden blootgesteld;
  6. Het verdient aanbeveling zo mogelijk kaarten op te stellen voor de concentraties in elke zone en agglomeratie.
  7. Er zijn namelijk geen netwerken voor huishoudelijke klanten die in de agglomeratie van Hull met Kingston concurreren. Evenmin is er mededinging op het gebied van kabeltelevisie.
  8. Ook zou door het nieuwe ontwerp van de zuidbaan de belasting van het milieu voor de dichtbewoonde agglomeratie-Leipzig/Halle tot een minimum worden beperkt.
  9. Vaststelling van de eisen voor de beoordeling van concentraties van arseen, cadmium, nikkel en benzo(a)pyreen in de lucht binnen een zone of agglomeratie
  10. In het kader van de ontvangsten-en-uitgavenmethode werd het onroerend goed van Kingston in de agglomeratie van Hull gewaardeerd op 5,1 miljoen GBP in het overzicht 2000.
  11. het aantal bemonsteringspunten in elke zone of agglomeratie is zodanig dat er ten minste één bemonsteringspunt per twee miljoen inwoners is, of ten minste één bemonsteringspunt per 50000 km2 indien dit criterium een groter aantal bemonsteringspunten oplevert; in elke zone of agglomeratie moet zich ten minste één bemonsteringspunt bevinden;
  12. Wanneer in een bepaalde zone of agglomeratie, overeenstemming met de grenswaarden voor stikstofdioxide of benzeen niet kan worden bereikt op de in bijlage XI genoemde uiterste tijdstippen, mag een lidstaat deze tijdstippen voor die specifieke zone of agglomeratie met ten hoogste vijf jaar uitstellen, mits voldaan is aan de voorwaarde dat voor de zone of agglomeratie waarvoor het uitstel zou gaan gelden, een luchtkwaliteitsplan wordt opgesteld overeenkomstig artikel 23; een dergelijk luchtkwaliteitsplan wordt aangevuld met de in bijlage XV, deel B, opgesomde gegevens die verband houden met de betrokken verontreinigende stoffen en toont aan hoe overeenstemming met de grenswaarden vóór het nieuwe uiterste tijdstip kan worden bereikt.
  13. Meting gedurende drie opeenvolgende uren op plaatsen die representatief zijn voor de luchtkwaliteit boven minimaal 100 km2 of boven een volledige zone of agglomeratie indien deze een kleinere oppervlakte beslaat.
  14. Vaststelling van eisen inzake de beoordeling van de concentraties van zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM10 en PM2,5), lood, benzeen en koolmonoxide in de lucht in een zone of agglomeratie
  15. In elke zone of agglomeratie waar vaste metingen de enige gegevensbron zijn ter beoordeling van de luchtkwaliteit, mag het aantal bemonsteringspunten voor elke betrokken verontreinigende stof niet kleiner zijn dan het in bijlage V, deel A, genoemde minimumaantal bemonsteringspunten.