Betekenis van:
baard

baard (de ~ | meervoud baarden)
Zelfstandig naamwoord
  • haargroei op de kin; haar uit een baard
"een mop met een baard"
"een volle baard"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

baard (de ~ | meervoud baarden)
Zelfstandig naamwoord
  • oneffen rand; oneffenheid
"de baard van een mes"

Synoniemen

Hyperoniemen

baard
Zelfstandig naamwoord
  • harige uitgroeisels bij lagere dieren

Hyperoniemen

baard (de ~ | meervoud baarden)
Zelfstandig naamwoord
  • deel van sleutel

Hyperoniemen

baard
Zelfstandig naamwoord
  • de scherpe kant van bijlen

Hyperoniemen

baard
Zelfstandig naamwoord
  • gezichtsbeharing van de man
baard
Zelfstandig naamwoord
  • balein in de bek van een walvis

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Hij heeft een baard.
  2. Heb je al een baard?
  3. Mama, waarom heb ik geen oom met een baard?
  4. Een baard maakt nog geen filosoof
  5. Tot aan de baard zo wijs, ogenschijnlijk wijs