Betekenis van:
bar

bar (de ~ | meervoud barren, bars)
Zelfstandig naamwoord
  • drukeenheid
"meteorologische bar"
"een druk van twee bar"

Hyperoniemen

bar
Zelfstandig naamwoord
  • erg (m.n. van koude)
"een barre winter"
"onder barre (weers)omstandigheden"

Hyperoniemen

Hyponiemen

bar (de ~ | meervoud bars)
Zelfstandig naamwoord
  • lat bij ballet
"(oefeningen) aan de bar"

Synoniemen

Hyperoniemen

bar (de ~ | meervoud bars)
Zelfstandig naamwoord
  • tapkast; lage kast met kranen; buffet in een café; bar in een café; hoge toonbank in een café
"aan de bar"
"een rijdende bar"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

bar
Zelfstandig naamwoord
  • kroeg, café
bar
Zelfstandig naamwoord
  • verschrikkelijk, met name bijzonder koud: ''barre omstandigheden''
bar
Bijvoeglijk naamwoord
  • woest en ontoegankelijk; kaal
"een barre woestijn"
"barre grond"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. BAR
  2. BAR
  3. Spanning (bar)
  4. Spanning (bar) — Snelheidscategorie
  5. 1,5±0,1 bar
  6. nauwkeurigheid van ± 0,1 bar
  7. nauwkeurigheid van ± 0,1 bar
  8. PssuAra-bar-3’g7:
  9. Ancona/Bar (Joegoslavië);
  10. Ten hoogste 0,1 bar.
  11. 3,8±0,1 bar
  12. bij versterkte banden tot 2,3 bar.
  13. de maximale bedrijfsdruk (PS in bar);
  14. de verbrandingskamerdruk bedraagt ten hoogste 15 bar.
  15. Zuigerverdringercompressoren, > 15 bar, capaciteit > 120 m3/uur