Betekenis van:
begroting

begroting
Zelfstandig naamwoord
  • raming van de te maken uitgaven voor de komende tijd
"Het kabinet heeft de begroting bijna rond."
begroting (de ~ | meervoud begrotingen)
Zelfstandig naamwoord
  • het stuk waarin zo'n raming is uitgewerkt
"een begroting indienen"
"iets op de begroting zetten"

Hyperoniemen

begroting (de ~ | meervoud begrotingen)
Zelfstandig naamwoord
  • schatting van de benodigde uitgaven, vooral van de overheid
"binnen de begroting blijven"
"een begroting overschrijden"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Begroting
  2. [Begroting]
  3. Begroting
  4. Begroting
  5. Begroting 2003
  6. Begroting 2008
  7. Begroting 2007
  8. Algemene begroting
  9. Begroting 2004
  10. Begroting 2002
  11. Begroting 2009
  12. Operationele begroting
  13. Begroting 2005
  14. Begroting 2006
  15. Algemene begroting