Betekenis van:
budget

budget (het ~ | meervoud budgetten, budgets)
Zelfstandig naamwoord
  • schatting van de benodigde uitgaven, vooral van de overheid
"passen in het budget"
"een vast budget"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Totaal budget: …
  2. goedgekeurd budget
  3. Totaal budget:
  4. Budget voor scholing
  5. FOD Budget en Beheerscontrole
  6. Budget van de maatregel
  7. Intensiteit, budget en looptijd
  8. Budget: het budget wordt begroot op maximaal 1202024,21 EUR.
  9.  Nieuw budget (zowel het totale budget als het jaarlijkse budget vermelden, in voorkomend geval in de nationale valuta): …
  10. SPF Budget et Contrôle de la Gestion
  11. nieuw budget (zowel het totale budget als het jaarbudget vermelden, in de betrokken nationale valuta) …
  12.  Nieuw budget (zowel het totale budget als het jaarbudget vermelden, in de betrokken nationale valuta)
  13. Vermeld hier het budget of de omvang van fonds.
  14. Doelstelling, rechtsgrond, duur en budget van de regeling
  15. Jaarlijks budget voor opleiding, waaronder bij- en nascholing