Betekenis van:
benauwd

benauwd
Bijvoeglijk naamwoord
  • in ademnood; astmatisch
"het benauwd hebben"
"het benauwd krijgen"

Synoniemen

benauwd
Bijvoeglijk naamwoord
  • angst voelend
"benauwd kijken"
"een benauwd gezicht"

Synoniemen

benauwd
Bijvoeglijk naamwoord
  • benauwd; met weinig frisse lucht
"een benauwde kamer/ruimte"
"een benauwde atmosfeer"

Synoniemen

benauwd
Bijvoeglijk naamwoord
  • moeilijk ademend

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Het is vandaag minder benauwd dan het gisteren was.
  2. ING verbindt zich ertoe om zich, zodra de situatie op de markten minder benauwd is, te richten op funding op langere termijn die niet van deposito’s afkomstig is, door meer schuldinstrumenten uit te geven met een looptijd van langer dan één jaar.
  3. ING verbindt zich ertoe om zich, zodra de situatie op de markten minder benauwd is, te richten op funding op langere temrijn die niet van deposito’s afkomstig is, door meer schuldinstrumenten uit te geven met een looptijd van langer dan één jaar. […]