Betekenis van:
bevaren

bevaren
Werkwoord
  • varen op
"alle zeven zeeën bevaren hebben"

Hyperoniemen

bevaren
Werkwoord
  • op een bepaald water varen
"De Boeginezen bevoeren de wateren voor de kust van Australië al lang voor de Nederlanders verschenen."

Voorbeeldzinnen

  1. Bijlage II Minimale technische voorschriften voor vaartuigen die de waterwegen van de zones 1, 2, 3 en 4 bevaren
  2. De lidstaten kunnen verlangen dat wordt voldaan aan de technische eisen die zijn vastgelegd in het Reglement betreffende het onderzoek van vaartuigen die de Rijn bevaren.
  3. vaartuigen, sleep- en duwboten en drijvende inrichtingen die waterwegen bevaren die niet door binnenwateren met de waterwegen van andere lidstaten zijn verbonden;
  4. Voor passagiersvaartuigen die waterwegen van zone 3 op zijn grondgebied bevaren die niet in verbinding staan met de bevaarbare binnenwateren van een andere lidstaat, kan iedere lidstaat technische voorschriften in aanvulling op die van bijlage II handhaven.
  5. Schepen die voldoen aan de eisen, gesteld in het Reglement van onderzoek van vaartuigen die de Rijn bevaren, worden toegelaten tot het verkeer op alle binnenwateren in de Gemeenschap.
  6. Iedere lidstaat kan na overleg met de Commissie een verlichting toestaan van de technische voorschriften van bijlage II voor vaartuigen die uitsluitend waterwegen van de zones 3 en 4 op zijn grondgebied bevaren.
  7. Deze richtlijn doet geen afbreuk aan de bepalingen van het Reglement betreffende het onderzoek van vaartuigen die de Rijn bevaren, noch aan die van het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR).
  8. Het certificaat dat is afgegeven uit hoofde van het Reglement betreffende het onderzoek van vaartuigen die de Rijn bevaren, wordt gedurende zijn gehele geldigheidsduur aanvaard als bewijs in de zin van de leden 3 en 5.
  9. In dat geval kan de lidstaat verlangen dat de vaartuigen die zijn niet in verbinding staande binnenwateren bevaren, vanaf 30 december 2008 volledig voldoen aan de technische voorschriften van bijlage II.
  10. De lidstaten waarvan de waterwegen, op grond van de ontheffingen verleend krachtens de leden 1 en 2, niet door enig onder deze richtlijn vallend vaartuig worden bevaren, zijn niet gehouden de artikelen 9, 10 en 12 toe te passen.
  11. Vaartuigen die alleen waterwegen van zone 4 bevaren, komen in aanmerking voor de minder zware voorschriften als gespecificeerd in hoofdstuk 19 ter van bijlage II op alle waterwegen in die zone.
  12. In afwachting van de sluiting van overeenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen inzake de wederzijdse erkenning van scheepscertificaten, kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat scheepscertificaten van vaartuigen van derde landen erkennen voor het bevaren van de nationale waterwegen van die lidstaat.
  13. Voor onderwerpen die onder bijlage III vallen, mag elke lidstaat overeenkomstig artikel 5, leden 1 en 3, van de richtlijn strengere eisen vaststellen voor de verschillende waarden die vermeld worden in de volgende administratieaanwijzingen voor vaartuigen die waterwegen van de zones 1 en 2 op zijn grondgebied bevaren.
  14. Voor onderwerpen die onder bijlage IV vallen, mag elke lidstaat overeenkomstig artikel 5, lid 7, van de richtlijn minder strenge eisen toestaan voor de verschillende waarden die vermeld worden in de volgende administratieaanwijzingen voor vaartuigen die uitsluitend waterwegen van de zones 3 en 4 op zijn grondgebied bevaren.
  15. De vóór 30 december 2008 in een lidstaat geldende aanvullende voorschriften voor vaartuigen die op zijn grondgebied de waterwegen van de zones 1 en 2 bevaren, of vóór die datum in een lidstaat geldende, soepeler technische voorschriften voor vaartuigen die op zijn grondgebied de waterwegen van de zones 3 en 4 bevaren, blijven van kracht totdat de in artikel 5, lid 1, bedoelde aanvullende voorschriften of de in artikel 5, lid 7, bedoelde verlichtingen van de technische voorschriften van bijlage II van kracht worden, maar uiterlijk tot 30 juni 2009.