Betekenis van:
bevlieging

bevlieging
Zelfstandig naamwoord
  • een zomaar opkomende lust
"Hij kreeg plotseling een bevlieging."
bevlieging (de ~ | meervoud bevliegingen)
Zelfstandig naamwoord
  • plotse bevlieging; opwelling; platte mop; onvoorspelbaar gedrag; plotseling opkomende onberedeneerde gedachte; gril; gekke kuren
"een bevlieging krijgen"
"een rare bevlieging"

Synoniemen

Hyperoniemen