Betekenis van:
verlangen

verlangen
Zelfstandig naamwoord
  • iets willen hebben
"Zijn verlangen nog eenmaal zijn oude vaderland te zien ging in vervulling."
verlangen (het ~ | meervoud verlangens)
Zelfstandig naamwoord
  • begeerte
"vol verlangen"
"iets met/vol verlangen tegemoet zien"

Hyperoniemen

Hyponiemen

verlangen
Werkwoord
  • iets erg graag willen hebben
"Er werd van hem verlangd dat hij ervoor uit zijn vakantie terug zou komen."
verlangen
Werkwoord
  • eisen dat iets of iem. waarop men recht heeft, wordt overgegeven
"je geld verlangen"
"van je kind verlangen dat het rustig is"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. We verlangen allemaal naar succes.
  2. Verwar verlangen niet met liefde.
  3. Ik heb een verlangen om naar Engeland te gaan.
  4. een aanvullend testrapport verlangen.
  5. Het interventiebureau mag aanvullende gegevens verlangen.
  6. De lidstaten kunnen aanvullende gegevens verlangen.
  7. De lidstaten mogen bijkomende gegevens verlangen.
  8. Deze autoriteiten kunnen een vertaling van een certificaat verlangen.
  9. De ontvangende instellingen mogen van deze studenten geen collegegeld verlangen;
  10. De betrokken lidstaten moeten de volgende informatie verlangen:
  11. De Commissie kan verlangen dat de beoogde maatregelen worden gewijzigd.
  12. De betrokken lidstaten moeten de volgende informatie verlangen:
  13. Het CRL kan zo nodig aanvullende gegevens verlangen.
  14. De lidstaten kunnen verlangen dat de betrokkene eerst beroep instelt bij de aanbestedende dienst.
  15. Het Eurosysteem kan aanvullende garanties van financieel gezonde entiteiten verlangen bij het aanvaarden van bepaalde activa.