Betekenis van:
blokken

blokken
Werkwoord
  • heel hard studeren
"Voor dit tentamen heeft hij drie weken lang onafgebroken geblokt."
blokken
Werkwoord
  • tegenhouden, blokkeren
blok (het ~ | meervoud blokken)
Zelfstandig naamwoord
  • stuk hard materiaal
"als een blok in slaap vallen"
"als één blok achter iemand staan"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

blok (het ~ | meervoud blokken)
Zelfstandig naamwoord
  • motiefje; patroon gevormd door snijdende lijnen; geometrisch figuur dat er uitziet als een uitgerekt vierkantje

Synoniemen

Hyperoniemen

blok (het ~ | meervoud blokken)
Zelfstandig naamwoord
  • rij huizen; rij aan elkaar gebouwde huizen; huizenblok; groep huizen
"zij woont twee blokken hier vandaan"
"een blokje om gaan"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Kinderen spelen met blokken.
  2. Blokken
  3. Mátra ([…]-blokken)
  4. In blokken
  5. likstenen of -blokken.
  6. Dunament F-blokken
  7. Blokken, gebundeld of samengevoegd
  8. Blokken en stenen voor bouwdoeleinden
  9. commerciële blokken / m3 gewonnen materiaal
  10. „interleaved” of industriële blokken met graten („standaard”)
  11. Blokken en platen, van papierstof, voor filtreerdoeleinden
  12. Blokken en platen, van papierstof, voor filtreerdoeleinden
  13. „interleaved” of industriële blokken met graten („standard”)
  14. massa van vier oorspronkelijke blokken of likstenen
  15. „interleaved” of industriële blokken zonder graten