Betekenis van:
collectief

collectief (het ~ | meervoud collectieven)
Zelfstandig naamwoord
  • groep samenwerkende personen
"het individu gaat boven het collectief"
"een collectief van [kunstenaars/muzikanten/rechtsgeleerden]"

Hyperoniemen

Hyponiemen

collectief
Zelfstandig naamwoord
  • meerdere groepen die onder één noemer worden aangesproken
"Het collectief van gemeenten wilde een onderzoek instellen."
collectief
Zelfstandig naamwoord
  • zelfstandig naamwoord dat een verzameling van gelijksoortige zelfstandigheden noemt, b.v. volk, bos, leger

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

collectief
Bijvoeglijk naamwoord
  • gezamenlijk; met z'n allen; gemeenschappelijk; mbt. de EU
"collectief ontslag"
"de collectieve sector"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Individueel en collectief gebruik.
  2. Collectief visum (Categorieën A, B en C)
  3. collectief overeengekomen, contractuele en vrijwillige sociale premies ten laste van werkgevers;
  4. Ook alle voertuigen die worden gedekt door een collectief contract, worden individueel meegeteld.
  5. De aanvrager van een collectief Gemeenschapsmerk moet binnen de gestelde termijn een reglement indienen.
  6. de rechthebbenden moeten kunnen bepalen welke onlinerechten zij in collectief beheer willen geven;
  7. Basistaks voor de inschrijving van een collectief merk [artikel 45 en artikel 64, lid 3]
  8. Beheer van activa, bijvoorbeeld kasmiddelen of beleggingsportefeuilles, alle vormen van collectief investeringsbeheer (CPC 81323)
  9. Ομαδική θεώρηση — Κατηγορίες Β και Γ (collectief visum — Type B en C)
  10. Een aanvrage om een collectief Gemeenschapsmerk wordt bovendien afgewezen wanneer het publiek kan worden misleid inzake de aard of betekenis van het merk, vooral wanneer dit de indruk kan wekken iets anders te zijn dan een collectief merk.
  11. het aantal individueel of collectief behandelde controledieren en proefdieren, uitgesplitst naar soort, ras of stam, leeftijd en geslacht;
  12. Goederen als infrastructuurvoorzieningen zijn gewoonlijk ondeelbaar en worden collectief gebruikt door alle burgers, of zij hiervoor betalen of niet.
  13. Zo nodig vermogen om te blijven functioneren, met name in het geval van beoogd of waarschijnlijk collectief gebruik;
  14. „statistiek”: kwantitatieve en kwalitatieve, geaggregeerde en representatieve informatie die een collectief verschijnsel in een onderzochte populatie beschrijft;
  15. het Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen (nr. 98);