Betekenis van:
doorgang

doorgang (de ~ | meervoud doorgangen)
Zelfstandig naamwoord
  • mogelijkheid tot passeren; plaats waar men kan passeren; doorgang; mogelijkheid tot passeren
"vrije doorgang"
"de doorgang versperren/beletten"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

doorgang (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het uitgevoerd worden
"doorgang vinden"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Er is een geheime doorgang.
  2. Kennisgevingen van doorgang
  3. Ongehinderde en veilige doorgang
  4. Datum van doorgang
  5. Kantoor van doorgang
  6. Kantoor van doorgang.
  7. „kantoor van doorgang”:
  8. DOUANEKANTOOR van doorgang
  9. KENNISGEVING VAN DOORGANG (TC 10)
  10. TC 10 — KENNISGEVING VAN DOORGANG
  11. DOUANEKANTOOR van doorgang (vak 51)
  12. Voorziene kantoren van doorgang (en land)
  13. VOORZIEN KANTOOR (EN LAND) VAN DOORGANG:
  14. Voorziene kantoren van doorgang (en land)(51)
  15. de kennisgeving van doorgang terstond toe te zenden aan het aanvankelijk voorziene kantoor van doorgang, of