Betekenis van:
dwalen

dwalen
Werkwoord
  • zonder kennis van waar men is rondbewegen
"We zijn uren door die stad gedwaald voordat we eindelijk een bruikbaar verkeersbord zagen."
dwalen
Werkwoord
  • dolen; ronddolen
"door de straten dwalen"

Synoniemen

Hyperoniemen

dwalen
Werkwoord
  • zonder kennis van waar men is bewegen
"We hebben gelukkig niet zo lang gedwaald."
dwalen
Werkwoord
  • geestelijk zich op een afwijkend pad bevinden
"Er werd bepaald dat de bisschop gedwaald had met deze omstreden uitspraak."
dwalen
Werkwoord
  • dwalen; ronddwalen; overal heen trekken; rondzwerven; ronddwalen; rondtrekken

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord