Betekenis van:
eenzaam

eenzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • gebrek aan gezelschap ondervindend
"De eenzame weduwnaar raakte aan de drank."
eenzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • verlaten; afgelegen of verlaten
"een eenzame weg"
"eenzaam wonen"

Synoniemen

Hyperoniemen

eenzaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • afgezonderd; eenzaam; alleen; eenzaam
"zich eenzaam voelen"
"eenzame opsluiting"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik ben eenzaam zonder jou.
  2. Tom voelde zich erg eenzaam.
  3. Ze zag er eenzaam uit.
  4. Hij biedt emotionele steun aan bellers die zich eenzaam voelen, in een psychologische crisis verkeren of zelfmoord overwegen.