Betekenis van:
fokkerij

fokkerij
Zelfstandig naamwoord
  • de bedrijfslocatie waar dieren worden geteeld
fokkerij
Zelfstandig naamwoord
  • het bedrijfsmatig telen van dieren
fokkerij
Zelfstandig naamwoord
  • teelt van dieren; het fokken

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Fokkerij en diergezondheid
  2. „varken”: een varken van ongeacht welke leeftijd, dat wordt gehouden voor de fokkerij of de mesterij;
  3. In deze richtlijn worden de minimumnormen vastgesteld ter bescherming van kalveren die voor de fokkerij of mesterij opgesloten worden gehouden.
  4. In deze richtlijn worden de minimumnormen vastgesteld ter bescherming van varkens die voor de fokkerij of mesterij opgesloten worden gehouden.
  5. II. Criteria voor de verdeling van de middelen voor het behoud, de ontwikkeling en de verbetering van de fokkerij
  6. In Richtlijn 91/629/EEG worden minimumnormen vastgesteld ter bescherming van kalveren die voor de fokkerij of mesterij opgesloten worden gehouden.
  7. biggen voor de fokkerij, die overeenkomstig de voorschriften van deze verordening moeten zijn opgefokt zodra zij waren gespeend, en minder dan 35 kg moeten wegen.
  8. In Richtlijn 91/630/EEG worden minimumnormen vastgesteld ter bescherming van varkens die voor de fokkerij of mesterij opgesloten worden gehouden.
  9. Criteria voor de verdeling van de middelen voor het behoud, de ontwikkeling en de verbetering van de fokkerij (Richtlijn 90/428/EEG)
  10. vertrekken waar de dieren normaal zijn ondergebracht, hetzij voor de fokkerij of om ze in voorraad te houden, hetzij tijdens de uitvoering van een procedure;
  11. „pluimvee”: kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (Ratitae), die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren of om in het wild te worden uitgezet;
  12. pluimvee, waaronder kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten en patrijzen, die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren of om in het wild te worden uitgezet;
  13. het paard niet bestemd is voor de fokkerij, noch voor het winnen van sperma gedurende de periode van minder dan 90 dagen dat het in een lidstaat van de Europese Unie verblijft.”.
  14. „pluimvee”: kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (Ratitae), die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren of om in het wild te worden uitgezet;
  15. De ingevoerde dieren moeten, om te verzekeren dat zij werkelijk voor de fokkerij worden bestemd, vergezeld gaan van het stamboekcertificaat en het zoötechnische certificaat alsmede van het voor deze fokrunderen normaal vereiste gezondheidscertificaat, en de importeur moet bovendien de verbintenis aangaan om de dieren pas na een bepaalde termijn te slachten.