Betekenis van:
veeteelt

veeteelt (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het houden en fokken van vee; het houden van vee
"intensieve veeteelt"
"akkerbouw en veeteelt waren de belangrijkste middelen van bestaan"

Synoniemen

Hyperoniemen

veeteelt
Zelfstandig naamwoord
  • het onderhouden en fokken van vee
"Hij heeft al drie jaar een bedrijf dat zich met veeteelt bezighoudt."

Voorbeeldzinnen

  1. Veeteelt
  2. Intensieve veeteelt en aquacultuur
  3. Veeteelt-, jacht- en visserijproducten
  4. groep 01.4: Veeteelt,
  5. groep 01.4: Veeteelt;
  6. Gespecialiseerde bedrijven — veeteelt
  7. Veeteelt en Visserij
  8. Landbouw en veeteelt (farming)
  9. Landbouw, veeteelt en visserij
  10. Groep 01.4: Veeteelt
  11. Gespecialiseerde bedrijven — veeteelt
  12. Bedrijven met combinaties van veeteelt
  13. Bedrijven met combinaties van gewassen en veeteelt
  14. Ondersteunende activiteiten in verband met de veeteelt
  15. „landbouwbedrijven”: bedrijven met of zonder veeteelt,