Betekenis van:
gepeupel

gepeupel (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het gewone volk
"het gepeupel in de straten"
"boven het gepeupel uittorenen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

gepeupel (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het gewone volk
"het gepeupel in de straten"
"boven het gepeupel uittorenen"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik haat het onbeschaafde gepeupel en houd het op een afstand