Betekenis van:
ijlen

ijlen
Werkwoord
  • van koorts wartaal spreken
"Zij lag te ijlen van de griep."
ijlen
Werkwoord
  • zich haastig voortbewegen; snel erheen gaan; zich snel voortbewegen; snellen
"naar de dokter ijlen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

ijlen
Werkwoord
  • door koorts verward en onsamenhangend spreken

Hyperoniemen

Werkwoord

ijlen
een vervoeging van naijlen
ijlen
een vervoeging van voortijlen
ijlen
een vervoeging van wegijlen