Betekenis van:
kaken

kaken
Werkwoord
  • de ingewanden van een vis ontdoen
"De haring wordt eenmaal aan boord onmiddellijk gekaakt."
kaak (de ~ | meervoud kaken)
Zelfstandig naamwoord
  • historisch strafwerktuig; Middeleeuws strafwerktuig
"iets/iemand aan de kaak stellen"

Synoniemen

Hyperoniemen

kaak (de ~ | meervoud kaken)
Zelfstandig naamwoord
  • deel v.d. schedel rond de mondholte
"zijn kaken op elkaar houden"
"kaken op elkaar!"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

kaak (de ~ | meervoud kaken)
Zelfstandig naamwoord
  • ademhalingsorgaan v.e. vis; kieuw v.e. vis

Synoniemen

Hyperoniemen

kaak (de ~ | meervoud kaken)
Zelfstandig naamwoord
  • deel v.h. gezicht over het kaakbeen
"met rode kaken"
"met beschaamde kaken"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Beenderen, met inbegrip van kaken
  2. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de opleiding tot beoefenaar der tandheelkunde alle noodzakelijke deskundigheid op het gebied van de preventie, diagnostiek en behandeling van afwijkingen en ziekten van het gebit, de mond, de kaken en omliggende weefsels bijbrengt.
  3. voldoende kennis van de klinische studievakken en methoden die aan de tandheelkundige een samenhangend beeld geven van de anomalieën, kwetsuren en ziekten van tanden, mond, kaken en omliggende weefsels, alsmede van de preventieve, diagnostische en therapeutische aspecten van de odontologie;
  4. De opleiding verschaft de nodige bekwaamheid voor alle werkzaamheden die verband houden met de preventie, de diagnose en de behandeling van afwijkingen en ziekten van tanden, mond, kaken en omliggende weefsels.
  5. voldoende kennis van structuur en functie van de tanden, de mond, de kaken en de omliggende weefsels, zowel in gezonde als zieke toestand, en de relatie daarvan tot de algemene gezondheidstoestand en het fysieke en sociale welzijn van de patiënt;
  6. De lidstaten dragen er zorg voor dat de beoefenaren der tandheelkunde algemeen toegang hebben tot werkzaamheden in verband met de preventie, diagnose en behandeling van afwijkingen en ziekten van tanden, mond, kaken en omliggende weefsels, en die werkzaamheden mogen uitoefenen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen en de gedragsregels die op de in bijlage V, punt 5.3.2, bedoelde referentiedata voor het beroep gelden.