Betekenis van:
kundig

kundig
Bijvoeglijk naamwoord
  • bedreven in een kunst of wetenschap
"een kundig vakman"
"iets kundig repareren/inrichten"

Synoniemen

Hyperoniemen

kundig
Bijvoeglijk naamwoord
  • in staat vaardigheden toe te passen
"Hij is een kundig onderzoeker."

Voorbeeldzinnen

  1. aantonen dat zij bekwaam zijn om elektronische tolheffingsdiensten aan te bieden of kundig zijn op de betrokken terreinen;
  2. programma's voor de opleiding van personeel en systemen om ervoor te zorgen dat het personeel ter zake kundig blijft en de taken dienovereenkomstig worden uitgevoerd;
  3. De remuneratiecommissie is zodanig samengesteld dat zij een kundig en onafhankelijk oordeel kan geven over beloningsbeleid en -cultuur en de prikkels die worden gecreëerd voor het beheersen van risico, kapitaal en liquiditeit.
  4. Op 20 oktober 2004 gaf de Commissie, kundig van een akkoord tussen de klager enerzijds en de desbetreffende deelstaatbanken (met uitzondering van de Landesbank Hessen-Thüringen) en de respectieve deelstaten anderzijds, een nieuwe beschikking waarin rekening was gehouden met de kritiekpunten van het gerecht.