Betekenis van:
laars

laars (de ~ | meervoud laarzen)
Zelfstandig naamwoord
  • hoog dicht schoeisel; stuk schoeisel met een hoge schacht
"iets aan zijn laars lappen"
"halve laarzen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

laars
Zelfstandig naamwoord
  • een schoen met een hoge schacht die een deel van het been bedekt
"Zij heeft bijna altijd laarzen aan."

Werkwoord