Betekenis van:
landbouwbedrijf

landbouwbedrijf (het ~ | meervoud landbouwbedrijven)
Zelfstandig naamwoord
  • boerderij
"een landbouwbedrijf exploiteren"
"een modern/biologisch landbouwbedrijf"

Hyperoniemen

Hyponiemen

landbouwbedrijf
Zelfstandig naamwoord
  • een type bedrijf gericht op landbouw
"In de agrarische sector wordt onderscheid gemaakt in het landbouwbedrijf en het tuinbouwbedrijf."
landbouwbedrijf (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • verbouw van gewassen; bedrijfstak v.d. landbouw

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. LANDBOUWBEDRIJF
  2. Gewaskenmerken van het landbouwbedrijf
  3. Veekenmerken van het landbouwbedrijf
  4. Op het landbouwbedrijf
  5. Diversificatie naar activiteiten buiten het landbouwbedrijf
  6. De lidstaten delen voor elk geënquêteerd landbouwbedrijf de gemeente mee.
  7. werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de indeling:
  8. „instandhouding in situ/op het landbouwbedrijf”: instandhouding en ontwikkeling in situ op het niveau van het landbouwbedrijf;
  9. F600: controle op het landbouwbedrijf of via teledetectie
  10. als brandstof voor de verwarming van zijn landbouwbedrijf,
  11. F600: controle op het landbouwbedrijf of via teledetectie
  12. als brandstof voor de verwarming van hun landbouwbedrijf,
  13. werkzaamheden op het landbouwbedrijf (exclusief huishoudelijk werk) overeenkomstig de indeling:
  14. de hoeveelheid en soort dierlijke mest die door het landbouwbedrijf aan anderen of door anderen aan het landbouwbedrijf wordt geleverd;
  15. de hoeveelheid en soort dierlijke mest die door het landbouwbedrijf aan anderen of door anderen aan het landbouwbedrijf wordt geleverd;