Betekenis van:
modus

modus (de ~ | meervoud modi)
Zelfstandig naamwoord
  • vorm van een werkwoord waarmee aangeduid wordt hoe de zinsinhoud naar de voorstelling van de spreker zich verhoudt met de werkelijkheid
"in een bepaalde modus staan"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

modus (meervoud modi)
Zelfstandig naamwoord
  • toonladder als schema voor de vorming van een melodie

Hyperoniemen

Hyponiemen

modus (de ~ | meervoud modi)
Zelfstandig naamwoord
  • meest voorkomende waarde

Voorbeeldzinnen

  1. Modus
  2. Modus operandi
  3. Modus nr. V …
  4. Modus nr. E …
  5. Modus nr. C…
  6. Modus nr. C 1
  7. Modus nr. W …
  8. Testprocedure operationele modus (OM-procedure)
  9. een uitvoer volgens enkelvoudige transversale modus met:
  10. Voor elke modus van het dimlicht:
  11. Routes en modus operandi voor illegale immigratie
  12. Het product wordt in simplex-modus getest.
  13. enkelvoudige transversale modus, met een van de volgende kenmerken:
  14. de geproduceerde verlichtingsfunctie(s), -modus (modi) en -klassen;
  15. Indicatoren voor laterale stuwkracht, spoed en modus Reg.