Betekenis van:
montage

montage
Zelfstandig naamwoord
  • wijze waarop beeld- of geluidreeksen aan elkaar gevoegd zijn
"de montage van een film doen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

montage (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • het monteren
"inclusief montage"

Synoniemen

Hyperoniemen

montage
Zelfstandig naamwoord
  • het op houten voet bevestigen van een cliché

Hyperoniemen

Hyponiemen

montage
Zelfstandig naamwoord
  • samenstelling van audio-vsueel|audio-visuele fragmenten, iets dat gemonteerd is
montage
Zelfstandig naamwoord
  • het samenstellen van audio-visuele of fysieke onderdelen, montage periode

Voorbeeldzinnen

  1. voor aanvullende snelheid: enkele montage … dubbele montage
  2. voor nominale snelheid: enkele montage … dubbele montage
  3. Montage- en bevestigingsvoorschriften
  4. Noot: Montage en bevestiging
  5. Montage van hoofdsteunen
  6. bestemd voor industriële montage
  7. CONSTRUCTIE-, MONTAGE- EN CONTROLEVOORSCHRIFTEN
  8. Demontage-/montage-instructies
  9. MONTAGE IN HET VOERTUIG
  10. Gebrekkige montage van onderdelen
  11. bestemd voor industriële montage:
  12. Luchtbehandelingstoestellen voor montage in ramen
  13. belastingsindex bij enkele montage ≥ 122.
  14. Eventuele specifieke montage- en bedradingsvoorschriften: …
  15. voor montage zonder binnenband („tubeless”);