Betekenis van:
munten

munten
Werkwoord
  • een stuk metaal omvormen tot een munt
"In Dorestad werden lange tijd sceatta's gemunt, die in het belendende Frankische Rijk in ruime omloop waren."
munten
Werkwoord
  • tot geld slaan

Synoniemen

Hyperoniemen

munt (de ~ | meervoud munten)
Zelfstandig naamwoord
  • plat stuk metaal als betaalmiddel; plat stuk metaal als betaalmiddel
"ergens munt uit slaan"
"iemand met gelijke munt terugbetalen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

munt (de ~ | meervoud munten)
Zelfstandig naamwoord
  • penning voor automaten
"Heb jij nog een muntje voor de sigarettenautomaat?"
"Munten voor bier en fris kunt u kopen in de garderobe."

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Munten
  2. Munten
  3. Munten
  4. Voorraden munten
  5. Waarvan munten
  6. Verwerkte munten
  7. Overschot aan munten [3]
  8. Munten uit het eurogebied
  9. CPA 32.11.10: Munten
  10. Totaal aantal munten
  11. Tekort aan munten [3]
  12. Munten en medailles
  13. Tekort aan munten
  14. Overschot aan munten
  15. Aan het publiek uitgegeven munten