Betekenis van:
nonkel

nonkel
Zelfstandig naamwoord
  • broer of zwager van iemands vader of moeder
"Mijn nonkel komt steevast naar onze familiefeestjes."
nonkel (de ~ | meervoud nonkels)
Zelfstandig naamwoord
  • broer of zwager van vader of moeder; oom; iemand met aanzien

Synoniemen

Hyperoniemen