Betekenis van:
ogenblikkelijk

ogenblikkelijk
Bijwoord
  • onmiddellijk, direct op dit moment
"We moeten ogenblikkelijk schuilen voor dit onweer."
ogenblikkelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • dadelijk

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. een hoger ziekte- of sterftecijfer of een aanzienlijke productiedaling in bedrijven wordt ogenblikkelijk aan de bevoegde autoriteit gemeld; deze voert vervolgens de benodigde onderzoeken in overeenstemming met het diagnosehandboek uit;
  2. Tijdens elke fase van de elektronische veiling deelt het Agentschap ogenblikkelijk aan alle inschrijvers ten minste de informatie mee die de inschrijvers de mogelijkheid biedt op elk moment hun respectieve klassering te kennen.
  3. Tijdens elke fase van de elektronische veiling delen de aanbestedende diensten ogenblikkelijk aan alle inschrijvers ten minste de informatie mee die de inschrijvers de mogelijkheid biedt op elk moment hun respectieve klassering te kennen.
  4. Tijdens elke fase van de elektronische veiling deelt de ECB ogenblikkelijk aan alle inschrijvers ten minste de informatie mee die de inschrijvers de mogelijkheid biedt op elk moment hun respectieve klassering te kennen.
  5. Zij reageren zeer snel op stress; daarbij treden ogenblikkelijk fysiologische veranderingen op, die echter relatief lang kunnen aanhouden. Dergelijke fysiologische veranderingen hebben niet alleen evidente consequenties voor het welzijn van de dieren, maar ook voor de geldigheid van de wetenschappelijke resultaten.