Betekenis van:
omstrengelen

omstrengelen
Werkwoord
  • de armen slaan om
"iemand innig omstrengelen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

omstrengelen
Werkwoord
  • omknellen; iets strak omgeven; omvangen; bevatten; omsnoeren
"die klimplant omstrengelt de berk"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen