Betekenis van:
politieagent

politieagent
Zelfstandig naamwoord
  • een persoon die belast is met de handhaving van de openbare orde en veiligheid
"De politieagent deelde een bekeuring uit aan de inbreker."
politieagent (de ~ | meervoud politieagenten)
Zelfstandig naamwoord
  • ambtenaar van de politie

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hij is politieagent geworden.
  2. De politieagent draagt een gasmasker.
  3. De politieagent bezocht alle huizen.
  4. De politieagent bestuurt de auto.
  5. De politieagent moet zeggen "Zo luidt de wet."
  6. De politieagent richtte zijn pistool op de man.
  7. De politieagent haalde de twee vechtende mannen uit elkaar.