Betekenis van:
ronddraaien

ronddraaien
Werkwoord
  • een cirkelvormige beweging maken
"De aarde draait eenmaal per etmaal rond om haar as."
ronddraaien
Werkwoord
  • rondjes maken; om een as wentelen; laten wentelen; omdraaien
"een kleuter aan je armen ronddraaien"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Het apparaat kan worden dichtgevouwen en de monitor kan ronddraaien.
  2. „speeltoestel” voor huishoudelijk gebruik bestemd speelgoed waarvan de draagstructuur tijdens het spelen op dezelfde plaats blijft staan en dat bestemd is om kinderen een van de volgende activiteiten te laten verrichten: klimmen, springen, schommelen, glijden, slingeren, ronddraaien, kruipen of een combinatie daarvan; 22.