Betekenis van:
schreeuwen

schreeuwen
Werkwoord
  • dringend vragen om
"schreeuwen om aandacht"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

schreeuwen
Werkwoord
  • luid, doordringend roepen van angst, pijn, woede enz.
"schreeuwende kleuren"
"schreeuwen voordat men geslagen wordt"

Hyperoniemen

Hyponiemen

schreeuwen
Werkwoord
  • luid en geforceerd gebruik van het stemgeluid
""Pas op!", schreeuwde hij."
schreeuwen
Werkwoord
  • (van sommige dieren) hun natuurlijk geluid voortbrengen

Hyperoniemen

schreeuwen
Werkwoord
  • janken

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

schreeuwen
Werkwoord
  • slecht, lelijk zingen

Hyperoniemen

schreeuw (de ~ | meervoud schreeuwen)
Zelfstandig naamwoord
  • luide roep; schreeuw
"een schreeuw om aandacht"
"een schreeuw van [pijn]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
  2. Blijkbaar begon haar moeder te schreeuwen.
  3. Tom begon te schreeuwen als een 15-jarig meisje.
  4. Hou op met schreeuwen, ik smeek het je.
  5. Ze begon te schreeuwen, en ik liep weg.