Betekenis van:
sloten

slot (het ~ | meervoud sloten)
Zelfstandig naamwoord
  • deel v.e. orgel

Hyperoniemen

sloot (de ~ | meervoud sloten)
Zelfstandig naamwoord
  • smal afvoerkanaal; water
"oude koeien uit de sloot halen"
"slootje springen"

Synoniemen

Hyperoniemen

slot (het ~ | meervoud sloten)
Zelfstandig naamwoord
  • sluitmechanisme
"een slot forceren"
"een slot op de mond doen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

slot (het ~ | meervoud sloten)
Zelfstandig naamwoord
  • eigen ruimte voor kloosterlingen

Hyperoniemen

slot (het ~ | meervoud sloten)
Zelfstandig naamwoord
  • burcht; kasteel; burcht; burcht gebouwd van steen

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Sloten
  2. Portieren en sloten
  3. Sloten voor meubelen
  4. Delen van sloten
  5. Sloten, sleutels en scharnieren
  6. Grendelsloten en andere sloten
  7. Diverse hangsloten en sloten
  8. grendelsloten en andere sloten
  9. Sloten en beveiligingen tegen diefstal
  10. Sloten voor meubels, van onedel metaal
  11. Andere sloten voor deuren van gebouwen
  12. sloten van de soort gebruikt voor meubelen
  13. sloten van de soort gebruikt voor automobielen
  14. Sluitingen, delen van sloten en sleutels
  15. Daartoe sloten zij een herstructureringsplan voor Sementsverksmiðjan hf. bij.