Betekenis van:
sporten

sporten
Werkwoord
  • aan sport doen
"Wie wil afvallen, moet sporten."
sport (de ~ | meervoud sporten)
Zelfstandig naamwoord
  • tree v.e. ladder
"de hoogste sport bereiken"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Sporten zijn goed voor je gezondheid.
  2. Sporten is goed voor je lichamelijke conditie.
  3. Het is erg belangrijk om dagelijks te sporten.
  4. Verbod om bepaalde spelen/sporten te beoefenen
  5. Diensten in verband met sporten en hobby’s
  6. Andere artikelen en ander materieel voor sporten en openluchtspelen, n.e.g.
  7. Gaelic voetbal en hurling zijn onmiskenbaar Ierse sporten.
  8. CPA 32.30.15: Andere artikelen en ander materieel, voor sporten of voor openluchtspelen; zwembaden en speelbadjes
  9. Het betreden van de droogvallende plaat in dit deel van het rustgebied met als enige oogmerk het uitoefenen van deze genoemde sporten, is ook toegestaan.
  10. De steunpunten van draagbare ladders moeten op een stabiele, stevige en onbeweeglijke ondergrond van voldoende omvang rusten, zodat de sporten horizontaal blijven.
  11. De Nederlandse autoriteiten zijn van oordeel, dat uitzendingen van populaire en minder populaire sporten tot de hoofdtaak van de publieke omroepen behoren.
  12. Artikelen en materieel voor lichaamsoefening, voor gymnastiek, voor atletiek, voor andere sporten (tafeltennis daaronder begrepen) of voor openluchtspelen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk; zwembaden en speelbadjes
  13. De uitzending van de in artikel 3, punten 1 en 21, bedoelde evenementen mag worden beperkt tot fragmenten die representatief zijn voor de verscheidenheid van sporten en voor de deelnemende landen en mag, wanneer wedstrijden gelijktijdig plaatsvinden, ook via uitgestelde verslaggeving worden uitgezonden.