Betekenis van:
afspelen

afspelen
Werkwoord
  • (een muziekinstrument) door veelvuldig bespelen bederven en onbruikbaar maken
"een instrument afspelen"

Hyperoniemen

afspelen
Werkwoord
  • opgenomen geluids- of beeldmateriaal opnieuw laten horen of zien
"Hij speelde een hele mooie CD voor ons af."
afspelen
Werkwoord
  • tot het einde toe spelen
"Dat muziekstuk werd niet tot het einde toe afgespeeld."
afspelen
Werkwoord
  • iets door veelvuldig bespelen bederven en onbruikbaar maken
"Die piano was door het vele gebruik helemaal afgespeeld."
afspelen
Werkwoord
  • ''zich ~'': gebeuren
"Dit verhaal speelde zich in de negentiende eeuw af."
afspelen
Werkwoord
  • onbedoeld plaatshebben, zich voordoen
"zich ergens afspelen"

Synoniemen

Hyponiemen

afspelen
Werkwoord
  • (een muziekstuk) tot het einde toe spelen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Het productie-, uitlek- en verpakkingsproces moet zich volledig binnen de grenzen van het afgebakende geografische gebied afspelen.
  2. Magneetkop voor het afspelen van geluidsbanden, bestemd voor de vervaardiging van de producten bedoeld bij post 8519 [1]
  3. Media players zijn client-side softwareapplicaties waarvan de belangrijkste functionaliteit het decoderen, decomprimeren en afspelen is (en de verdere bewerking mogelijk maken), van digitale audio- en videobestanden die worden gedownload of gestreamed via het internet (en andere netwerken).