Betekenis van:
gebeuren

gebeuren
Werkwoord
  • gedaan worden
"moeten gebeuren"

Hyperoniemen

Hyponiemen

gebeuren
Werkwoord
  • plaatshebben, werkelijkheid worden
"Wat is er gebeurd?"
gebeuren
Werkwoord
  • onbedoeld plaatshebben, zich voordoen
"iets gebeurt"
"dat is me nog nooit gebeurd"

Synoniemen

Hyponiemen

gebeuren (het ~ | meervoud gebeurens)
Zelfstandig naamwoord
  • publieke gebeurtenis
"een eenmalig/uniek gebeuren"
"het (ge)hele gebeuren"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Dat zal niet gebeuren.
  2. Zoiets kan in Japan niet gebeuren.
  3. Een aardbeving kan elk moment gebeuren.
  4. De meeste ongelukken gebeuren dicht bij huis.
  5. Niemand kon zeker weten wat er dan zou gebeuren.
  6. Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
  7. Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval.
  8. Dat is allemaal al eens eerder gebeurd, en het zal opnieuw gebeuren.
  9. Alle betalingen gebeuren in euro.
  10. Dit moet als volgt gebeuren:
  11. Dit zal meestal tijdens verscheidene sessies gebeuren.
  12. wisselkoersrisico’s (de verkooptransacties gebeuren in dollar);
  13. Dit kan op diverse manieren gebeuren.
  14. De administratieve controles gebeuren grondig en omvatten:
  15. Dit moet met het volgende bericht gebeuren: