Betekenis van:
vaststellen
vaststellen
Werkwoord
- bevestigen dat iets zo is
"Toen de agent bij het ongeluk kwam, kon hij vaststellen dat de auto tegen de lantaarnpaal was gereden."
vaststellen
Werkwoord
- als feit noemen of aanwijzen
"vaststellen dat iemand nog niets gedaan heeft"
"een zwangerschap vaststellen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
vaststellen
Werkwoord
- opleggen.
"De overheid stelt regels vast voor het verkrijgen van een paspoort."
vaststellen
Werkwoord
- door waarneming vaststellen