Betekenis van:
verkooppunt

verkooppunt (het ~ | meervoud verkooppunten)
Zelfstandig naamwoord
  • plaatsen waar verkocht wordt
"deze toename van het aantal verkooppunten tekent zich af sinds 1990"

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Code van het verkooppunt;
  2. het soort bestreken verkooppunt: zoals supermarkten, kleine winkels enz.;
  3. De termen „geschatte kosten van het verkooppunt” en „kosten van het verkooppunt” worden vervangen door „verkoopkosten” op de volgende plaatsen waar zij voorkomen:
  4. Voorbeelden: autoverkoper (voor OEM-apparatuur); winkel (voor aftermarketapparatuur), website, hulplijn of telefonisch verkooppunt.
  5. Het resterende deel van de debetkaartensector heeft betrekking op bankdebetkaarten die op het verkooppunt voor betalingen zijn geautoriseerd.
  6. Dergelijke informatie kan op een aantal manieren beschikbaar worden gesteld, onder meer op productetiketten, internetwebsites, consumenteninformatielijnen of op het verkooppunt.
  7. Verkooppunt: de plaats waar potentiële kopers toegang krijgen tot de persoon of organisatie die het systeem te koop aanbiedt.
  8. Verkooppunt: de plaats waar potentiële kopers toegang krijgen tot de persoon of organisatie die de systemen te koop aanbiedt.
  9. Konsum was op het moment waarop de verkoop plaatshad reeds in de gemeente Åre gevestigd, terwijl Lidl op dat moment trachtte aldaar haar eerste verkooppunt te openen.
  10. De gebruikers moeten niet alleen een beroep doen op hun eigen ervaring en de instructies van de fabrikant, maar moeten ook informatie kunnen krijgen van het verkooppunt.
  11. Goed: al het personeel van een verkooppunt dat in contact komt met de klanten moet over een basiskennis betreffende het veilig gebruik van informatie- en communicatiesystemen beschikken.
  12. De raming van de extra vervoerskosten moet zijn gebaseerd op de voordeligste vervoerswijze en de kortste route tussen de plaats van productie of verwerking en het verkooppunt.
  13. De gebruikers moeten niet alleen een beroep doen op hun eigen ervaring en de gebruiksinstructies van de fabrikant, maar moeten ook informatie kunnen krijgen van het verkooppunt.
  14. De kaas kan verpakt zijn, onder meer in neteldoek, of in de detailhandel nog onverpakt zijn, maar op het verkooppunt wordt hij verpakt aangeboden aan de consument.
  15. Goed: Al het personeel van een verkooppunt dat in contact komt met de klanten moet over een basiskennis betreffende het veilig gebruik van informatie- en communicatiesystemen beschikken.